We houden varkens, melk- en vleeskoeien en kippen. Op de velden rond de boerderij zie je de koeien en varkens vaak buiten lopen. Op de akkers verder weg telen we een groot deel van hun voeders. Alle gronden samen gebruiken we 62 hectare grond, waarvan een deel in pacht.
De buitenvarkens, een kruising tussen het Duroc-ras en het gewone landvarken, wroeten en spelen graag in de modder. We hebben telkens ongeveer 30 varkens, die op 8 à 9 maand worden geslacht (. Ze worden geslacht op 8 à 9 maand (i.p.v. de reguliere 6 maand).
Daarnaast houden we ongeveer 100 zeugen, moederdieren, die voor nieuwe biggetjes zorgen en ze zogen. Tot de biggetjes na enkele weken goede zorgen verkocht worden aan andere landbouwbedrijven.
Voor de vleeskoeien kozen we in 2014 bewust voor het Herefordras. Onze kudde van ongeveer 50 koeien, leeft grotendeels zelfstandig buiten, dicht bij de natuur, koeien en kalveren samen. De koeien bevallen nog natuurlijk.
Zo’n 60 melkkoeien van het ras Holstein voorzien ons dagelijks van ongeveer 1500 liter verse melk. Een deel van die melk verwerken we zelf, een ander deel gaat naar de melkfabriek. De koeien lopen graag in de wei. Bij koud of erg nat weer blijven ze in de ligboxenstal. Tweemaal per dag melken we hen, niet met een melkrobot, maar in de melkput, via ons visgraatmelksysteem. Dat zorgt tweemaal per dag voor persoonlijk contact met elke koe. En een vinger aan de pols bij ziekte of problemen.
Jaarlijks genieten hier zo’n 50 traag groeiende kippen van voor- tot najaar van een ruime vrije uitloop. Ze krijgen tijd om uit te groeien tot een vleeskip zoals enkel onze grootouders die nog kennen. De kruising tussen Izegemse Koekoek, Naakthals en Cabier zorgt voor uitstekend vlees.
We kiezen bewust niet voor schaalvergroting of het hoogst mogelijke rendement. Onze Herefordkoeien bijvoorbeeld geven minder vlees dan Belgische wit-blauw-koeien. Tijd om te groeien, veel mogelijkheid om buiten te lopen en te leven, dat vinden we belangrijk, respectvol. Het is bovendien goed voor hun natuurlijke weerstand. Gezonde dieren zorgen voor gezonde melk en vlees.
We telen een groot deel van de voeders van de dieren. Het vleesvee eet enkel gras. Door zelf de melk te verwerken, gaan we heel bewust om met de samenstelling van de melk en de smaak. En dus ook met de voedersamenstelling. Het voedsel van de dieren, onze verzorging, hun gedrag en bewegingen hebben niet enkel invloed op hun welzijn en natuurlijke weerstand, maar ook op de smaak van de melk en het vlees. De voorbije jaren werkte Benny hard aan een evenwichtiger rantsoen, dat goed is voor de koeien, de melkproductie en de smaak en dat zoveel mogelijk lokaal is geteeld. Met succes! Zo krijgen de koeien sinds enkele jaren bijvoorbeeld zelfgeteelde bieten.
We zorgen ook voor het landschap en de biodiversiteit. Benny’s overgrootvader plantte hier heel veel bomen aan, zoals knotwilgen en vlieren. En wij blijven bomen en struiken planten. Eiken bijvoorbeeld, omdat varkens ook van de eikels houden. En struiken, omdat de koeien daar zot van zijn. Van de bloesem en bessen van de vlieren maken we siroop. De bomen zorgen voor structuur en schaduw, voor meer diversiteit en zoveel leven. Ze maken ons bedrijf ook klimaatbestendiger.